Meldcode praktijk InKleur
Indien er vermoedens zijn van huiselijk geweld en/of kindermishandeling wordt er binnen praktijk InKleur gehandeld volgens het basismodel Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (RBCZ).
10 punten checklist voor professionals
STAP 1: Breng signalen in kaart
Breng signalen in kaart die je zorg bevestigen of ontkrachten. Leg signalen en vervolgstappen objectief en feitelijk vast in het dossier. Voer indien nodig de kindcheck uit.
De betreffende therapeut zal de signalen en vermoedens vastleggen in een apart document in het dossier van de cliënt. Er wordt getracht een zo volledig mogelijk beeld van de situatie te geven, waarbij duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen feiten en vermoedens.
https://www.augeo.nl/nl-nl/kindcheck/stappenplan
STAP 2: Overleg met een deskundige collega of Veilig Thuis
Overleg met een deskundige collega om signalen te duiden. Raadpleeg zo nodig Veilig Thuis of een forensisch arts. Neem bij eergerelateerd geweld, huwelijksdwang of vrouwenbesnijdenis direct contact op met Veilig Thuis.
Voor overleg met een deskundige collega wordt gebruik gemaakt van;
- Intervisie kindertherapeuten (VBAG)
- Intervisie orthopedagogen (NVO)
- Werkoverleg praktijk de Grote Beer (Venray), samenwerking Loes Hendriks GZ-psycholoog
Melding veilig thuis regio Noord-Midden Limburg via https://www.veiligthuisnml.nl/
STAP 3: Praat met ouders of verzorgers
Bespreek je zorgen zo snel mogelijk met de ouders/verzorgers van het kind. Alleen als jouw veiligheid of die van het kind in gevaar kan komen door een gesprek kan hiervan worden afgezien.
Vanuit de therapeutische relatie en de basishouding die in de praktijk gehanteerd wordt, zal al in eerder stadium met cliënt gesproken zijn over de te nemen stappen en het belang van oudergesprek. Zo snel als mogelijk zullen de vermoedens met cliënt en ouders besproken worden om de signalen ook adequaat te kunnen plaatsen.
Anoniem overleg bij Veilig Thuis is mogelijk om de therapeut in deze stap te ondersteunen en het gesprek met ouders adequaat te voeren. Ook collegiaal overleg kan hierbij ondersteunend zijn.
Leidraad voor het gesprek met de cliënt is;
- Dat het doel helder is
- Dat de signalen; de vastgestelde feiten en vermoedens worden besproken
- Dat de cliënt ruimte heeft om te reageren
- Dat de therapeut hierna interpreteert van datgene wat gesignaleerd is en in dit gesprek gehoord is.
Soms kan het zijn dat er geen gesprek gevoerd wordt met de cliënt en diens systeem. Dit omdat in sommige situaties de veiligheid van een van de betrokkenen dan meer in het geding komt. Dit zal in overleg met collega’s en Veilig Thuis worden ingeschat. Ook kan worden afgezien van een gesprek als er goede redenen zijn om aan te nemen dat de cliënt daardoor de therapeutische relatie zal verbreken, waardoor de cliënt uit zicht raakt. Ook dan zou dit de veiligheid van de cliënt in het geding kunnen brengen.
STAP 4: Weeg het geweld
Maak een inschatting van de aard en de ernst van de situatie op basis van signalen, het overleg met een collega en het oudergesprek. Vraag bij twijfel advies aan Veilig Thuis. Bij een reële kans op schade: melden.
https://www.nvo.nl/bestanden/Bestanden_nieuwe_website_2015_-_2016/Dossier-Kindermishandeling/7968-1/Meldcode_Afwegingskader_okt_2018.pdf
STAP 5: Beslis: Is melden nodig? Is hulpverlening nodig?
Als je het kind voldoende kunt beschermen, bied of organiseer je de noodzakelijke hulp. Als de situatie acuut of structureel onveilig is, doe je een melding bij Veilig Thuis en beslis je samen welke hulp je zelf kunt organiseren.
Uiteraard blijft de therapeut betrokken waar mogelijk en wenselijk. Ook wanneer de hulp extern nodig is.